Medische factoren

Psychiatrische stoornis; Psychiatrische aandoeningen komen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking vaker voor dan in de algemene bevolking. Risicofactoren voor een psychiatrische aandoening zijn onder andere een syndroom, epilepsie, neurologische of lichamelijke aandoeningen, ongunstige persoonsfactoren en ongunstige sociale omstandigheden.

Medicatiehistorie en actuele medicatie; welke medicatie is al geprobeerd en wat is de huidige medicatie? Denk hierbij tevens aan welke dosering, welke bijwerkingen, mogelijke interacties, mogelijke averechtse werking, bloedspiegels en met welk effect. Is de huidige medicatie afgestemd op de gediagnosticeerde aandoening?

Genotsmiddelen; gebruikt de cliënt genotsmiddelen zoals tabak, koffie en thee, alcohol, benzodiazepines, cannabis of harddrugs? Denk naast de werking van deze middelen onder andere ook aan de bijwerkingen, lichamelijke en psychische afhankelijkheid en de invloed op de afbraaksnelheid van geneesmiddelen.

Somatische aandoeningen; mensen met een verstandelijke beperking hebben gemiddeld meer medische aandoeningen en bezoeken vaker de huisarts dan mensen zonder verstandelijke beperking. De relatie tussen somatische aandoeningen en probleemgedrag wordt vaak over het hoofd gezien. Klachten worden niet altijd geuit of gesignaleerd en de symptomen kunnen wel eens niet zichtbaar zijn.