Overslaan en naar de inhoud gaan

Aanpak bij ernstige eetstoornissen

In consultaties ziet CCE hoe groot de impact van complexe eetstoornissen is op het leven van mensen. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor familie en zorgverleners. Om die reden ondersteunen we K-EET, Eetstoornissen Netwerk van zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen en ouders, om kennis beter te delen en het zorgaanbod verder te ontwikkelen.

CCE pleit voor een aanpak die gericht is op de eetstoornis in combinatie met onderliggende psychische aandoeningen en daar waar nodig gebruik te maken van specifieke expertise. Daarnaast is het van belang om de juiste behandelcontext te creëren waarin mensen intensieve en gespecialiseerde ondersteuning krijgen. De kennis en ervaring die daarmee is opgedaan in de gehandicaptenzorg is daarbij goed bruikbaar, ook voor mensen met een begaafd intelligentieniveau die een eetstoornis hebben. CCE is graag bereid kennis te delen en mee te denken over de versterking van de (boven)regionale netwerkzorg voor mensen met complexe eetproblematiek.

 

Iemand van buiten mee laten kijken

Een eetstoornis als anorexia is een ernstige aandoening die veel vraagt van de betrokken persoon en zijn omgeving. Gelukkig levert de zorg voor mensen met een eetstoornis in z’n algemeenheid goede resultaten op. Jaarlijks is CCE betrokken bij circa 10 à 20 mensen met complexe eetproblematiek waarbij professionals op zoek gaan naar nieuw perspectief.

Een van de oorzaken waardoor professionals vastlopen, is de aanwezigheid van verschillende stoornissen (co-morbiditeit). Denk bijvoorbeeld aan een eetstoornis in combinatie met autisme, trauma, depressie of een persoonlijkheidsstoornis. Het is juist deze combinatie van factoren die herstel soms ingewikkeld maakt. In die gevallen vragen professionals anderen om mee te kijken, ze halen een ‘frisse’ blik van buiten erbij. Dat kan een andere zorginstelling zijn, maar bijvoorbeeld ook CCE. Het betrekken van externe deskundigen leidt vaak tot nieuwe inzichten.

De weg naar herstel heeft meestal veel tijd nodig. Er zijn geen garanties op succes, ondanks de inzet van alle betrokkenen. Dat neemt niet weg dat het mogelijk is om goede resultaten te boeken. De praktijk leert dat veel mensen op termijn van hun eetstoornis afkomen of deze dusdanig hanteerbaar kunnen houden dat het goed leefbaar is. Al zal de eetstoornis voor veel mensen altijd een zwakke plek blijven.

 

Verder kijken dan de eetstoornis

Als CCE betrokken wordt bij een cliënt met een eetstoornis is dat via een consultatie. Deze is altijd aanvullend op de reguliere zorgverlening. Een consultatie is maatwerk: voor elke situatie wordt de best passende deskundige gezocht die voor en met die ene persoon, naast betrokkenen en zorgverleners op zoek gaat naar wat in die specifieke situatie werkt. De aanpak en werkwijze van CCE is er op gericht om zicht te krijgen op de interactie tussen de cliënt en zijn omgeving. We onderzoeken of een andere benadering mogelijk is. Vaak is achterliggende problematiek van invloed. Zo kan er sprake zijn van een trauma of van overschatting wat de cliënt emotioneel aankan.

Soms lukt het om een situatie te doorbreken door de focus niet meer te leggen op de eetstoornis, maar juist te kijken naar achterliggende problematiek of naar wat wél lukt. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het zijn langdurige processen die veel vragen van alle betrokken. Afhankelijk van de complexiteit kan CCE soms langere tijd betrokken zijn, dat varieert van een paar maanden tot een jaar. Naast het delen van bevindingen blijft CCE ook regelmatig betrokken bij het ondersteunen van zorgverleners in de praktijk.

 

Intensieve ondersteuning

In onze aanpak is herstel van het gewone leven vaak het uitgangspunt. Met de cliënt, zorgverleners en naasten maken we een plan om kleine en haalbare doelen te bereiken. Dat betekent samen activiteiten ondernemen, voorkomen van overvraging en rekening houden met het emotioneel functioneren van de betrokken persoon. En zoals gezegd breder kijken dan alleen naar de eetproblematiek. Intensieve en gespecialiseerde ondersteuning van de cliënt en de mensen in de omgeving zijn dan voorwaarden. 

CCE heeft goede ervaringen met het inzetten van een coach in de thuissituatie. Deze onderzoekt samen met de cliënt wat hij of zij aankan en wat werkt. Dat vraagt om samen optrekken zonder voor te schrijven. Het werkt ook goed om ouders en het gezin in de thuissituatie te laten begeleiden door een coach. Het gebruik van video kan daarbij ondersteunend zijn door te laten zien wat wel en niet werkt. Dat kan het beste in een 24 uurs setting waar behandeling geïntegreerd is binnen de dagelijkse leefsituatie van de betrokken persoon. Met intensieve en gespecialiseerde ondersteuning wordt stap voor stap gewerkt aan de eigen ontwikkeling en terugkeer naar het gewone leven. Op dit punt ziet CCE kansen voor uitbreiding van het bestaande zorgaanbod voor mensen met een eetstoornis.


 

Afbouwen van dwangvoeding

In de consultaties waarbij sprake is van complexe eetproblematiek ziet CCE regelmatig dat dwangvoeding wordt toegepast. Het accent ligt dan volledig op het geven van voeding en het verhogen van het gewicht. Dat is belangrijk omdat een te laag gewicht acuut levensbedreigend is en structureel van invloed is op allerlei cognitieve, fysieke en emotionele processen die herstel in de weg staan. Tegelijkertijd is iedereen het er over eens dat dwangvoeding zoveel mogelijk voorkomen moet worden en als deze al wordt toegepast zo kort mogelijk moet duren. 

Wat volgens de ervaring van CCE in de praktijk goed werkt, is het coachen van de cliënt in een gespecialiseerde kliniek voor eetstoornissen. Professionals in deze kliniek hebben daar vaak onvoldoende gelegenheid voor en zijn er niet altijd voor toegerust. Door een cliënt te coachen komt er naast voeding ook aandacht voor andere aspecten van het leven. Dat maakt dat het soms weer lukt om een vastgelopen situatie te doorbreken. Daarnaast kan het een stimulans zijn om te werken aan een meer agogisch leefklimaat binnen de kliniek.

 

Eerder herkennen van eetproblematiek

De kwaliteit van de zorg voor mensen met eetstoornissen in Nederland is vaak adequaat. Waar we winst kunnen halen, daar zijn deskundigen het over eens, is bij het eerder herkennen van de eetproblematiek. Dat kan bijvoorbeeld door meer aandacht te geven aan deskundigheidsbevordering van huisartsen en onderwijsprofessionals. Mensen met beginnende anorexia krijgen nu soms te laat hulp, waardoor zij in de greep raken van hun eetstoornis, hun situatie verslechtert en er meer druk komt op de specialistische klinieken.

 

Kennis uit gehandicaptenzorg

Bij het creëren van verblijfsplekken met intensieve en gespecialiseerde ondersteuning is het goed om gebruik te maken van de kennis en ervaring die in de gehandicaptenzorg is opgedaan. Deze is ook toepasbaar voor cliënten met een eetstoornis en een begaafd intelligentieniveau. Om die reden is het waardevol om de samenwerking te intensiveren tussen de medische psychiatrische zorg (zoals MPU of PAAZ), de ggz (gespecialiseerde klinieken voor eetstoornissen) en andere sectoren zoals jeugdzorg (o.a. gezinshuizen) en de gehandicaptenzorg.