Hoe is het interactiepatroon tussen cliënt en betrokkenen?

Een adequate interactie met ouders, belangenbehartigers, begeleiders, huisgenoten, collegae, clubgenoten en anderen kan ervoor zorgen dat veel gedragsproblemen worden voorkomen of afnemen. Het gaat bijvoorbeeld om de manier van contact maken, de afstemming op het cognitieve en sociaal-emotionele niveau en op de communicatieve mogelijkheden. Ook kan gedacht worden aan het wel of niet regie nemen, betrouwbaarheid en veiligheid scheppen, een juiste timing, een interventie juist doseren, etc.

Het gedrag kan nadelig beïnvloed worden door: te veel of te weinig aandacht, overvraging of ondervraging, onvoorspelbaarheid, niet nakomen van afspraken, gebrek aan structuur, slecht aangekondigde of slecht verwerkte overgangen, ruzie, pesten, mishandeling, emoties van anderen (te heftig, te luid, te negatief), ‘pedagogische’ maatregelen en separeren.

Videoanalyse is een van de hulpmiddelen om de interactie inzichtelijk te maken.