Moeder Marjan heeft via haar werk ook positieve geluiden over een CCE-consultatie gehoord en grijpt de kans met beide handen aan, al moet ze zich er wel overheen zetten dat ze voor de zoveelste keer haar verhaal moet doen. 'Gelukkig voelde ik bij het intakegesprek met CCE-coördinator Karin Janssen meteen vertrouwen.' Karin schakelt CCE-consulent Pien Dekkers in om de zaak inhoudelijk met Finn en zijn ouders op te pakken, omdat zij een praktijkgerichte aanpak heeft en ervaring met informatieverwerking die anders verloopt. Een andere CCE-consulent maakt op basis van de vele dossierstukken één samenhangend beeld en een leerprofiel: hoe verwerkt Finn informatie en hoe kan hij leren en ontwikkelen? Zijn advies om Finn op een niet-talige manier te laten omgaan met emoties leidt onder meer tot de inzet van psychomotorische therapie, waarmee hij signalen van zijn lichaam, gevoelens en gedragspatronen beter leert herkennen en begrijpen.
Huisbezoeken CCE-consulent
Nog voor de zomervakantie pakt Pien de consultatie op. 'Eerst heb ik met jullie meegekeken om jullie te leren kennen,' vertelt Pien in een gesprek met de ouders en Finn. 'Hoe ziet Finns leven eruit? Hoe is het thuis? En ik ben een paar keer bij de zorgboerderij gaan kijken. Mij viel op dat er al veel veranderd was sinds de tijd dat het echt slecht ging.' Ook Nicole ziet bij haar eerste huisbezoek een andere Finn dan die ze uit de dossiers kent. 'Ik zag een leuke, enthousiaste spring-in-‘t-veld. Ik dacht: is dit nou de jongen die het zo moeilijk heeft gehad op school en thuis dat hij een tijdje bij zijn oom en tante heeft gewoond? Al wist ik natuurlijk dat er veel aan vooraf was gegaan.'
Op de zorgboerderij
Op de zorgboerderij komt Finn tot bloei. 'Ik had het daar helemaal naar mijn zin,' vertelt Finn. 'Met de koeien en zo.' Voor Nicole is de vraag: wat biedt de zorgboerderij wat het onderwijs hem tot dan toe niet heeft kunnen bieden? Pien ziet dat Finn al een hele ontwikkeling heeft doorgemaakt. 'Ik vond het belangrijk om van daaruit verder te kijken: wat gaat er allemaal al wél goed? De ballast wilde ik uit beeld hebben. Op school had ik ook een gesprek. Daar merkte ik dat de negatieve verhalen van vroeger Finn bleven achtervolgen. Maar als je een nieuwe start wilt maken, moet je beginnen met hoe het nu is.'
Ervaringsleren
Dat geeft Anton en Marjan nog meer vertrouwen. 'Ik merkte dat CCE heel veel kennis en expertise in huis heeft. Alle puzzelstukjes vielen snel op hun plek,' zegt Marjan. Finn zet nog meer stappen aan de hand van twee positieve affirmaties: ‘Kies je eigen geluk’ en ‘Nu is nu!’. 'Terwijl ik zelf niet het idee had dat ik er heel erg mee bezig was. Het ging vanzelf,' lacht Finn. 'Dat het vanzelf ging, was juist zo mooi,' stelt Pien. 'Je vond dingen die je wél leuk vond.' Bij een van haar huisbezoeken ziet ze Finn in de weer met een compressor waarmee hij zijn voetbal kan oppompen. 'Hij genoot enorm van het onderzoeken van dat apparaat: hoe werkt het en wat kan ik er allemaal mee? Genieten van het onderzoeken, dat was de kern! Wat ik ook heel waardevol vond, was dat hij het volledige vertrouwen kreeg van zijn ouders om er op eigen houtje mee te mogen experimenteren.'
Ook uit het nieuwe leerprofiel van CCE blijkt dat de traditionele manier van lesgeven uit een boekje niet bij Finn past. Hij heeft moeite met de talige kant van het onderwijs. Veel informatie tegelijkertijd krijgen, vindt hij lastig. 'Het moet bij jou eerst even kunnen zakken,' zegt Pien. 'Ja, en ik moet lekker op mijn eigen manier kunnen denken,' zegt Finn. Ervaringsleren, dat is wat bij hem past.
Nieuw signaleringsplan
Wat Finn daarnaast helpt is een begeleider die voor hem klaarstaat zonder dat dat er te nadrukkelijk bovenop ligt. 'Op school moest je naar iemand in een kantoortje lopen als je overprikkeld of gefrustreerd raakte,' legt Pien uit. 'Daardoor voelde jij je bijna schuldig, want dan hield je iemand van zijn werk af. Maar bij de begeleiders op de zorgboerderij kon je gewoon kijken of je ging helpen met jam maken, liever toekeek, even wilde praten of juist even niks wilde zeggen. Dat was allemaal goed.' Zijn moeder Marjan beaamt dat Finn met goede begeleiding veel kan. 'Je kunt bij Finn snel ondervangen als het niet goed gaat. Maar dat moet dan wel gebeuren, anders krijgt hij er last van en anderen ook. Als mensen te vaak te laat zijn met ingrijpen, krijgt hij het gevoel dat hij het niet goed doet. Je hoeft niet eens altijd iets te doen, als er maar een achtervang voor hem is. We dachten: als we dat kunnen creëren voor hem, is de kans op succes groter. Toen hebben Anton en ik een nieuw signaleringsplan geschreven.'