Iedereen heeft een levensverhaal
In de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg ligt de focus op begeleiding en behandeling, waardoor het ophalen van de levensgeschiedenis toch wat sneller vergeten wordt, ervaart Els. "Maar ook hele jonge kinderen hebben al een levensverhaal." Ze vertelt over een jongetje van drie jaar oud met het syndroom van Down. Een jongetje dat veel agressie vertoonde bij lijfelijk contact: bijten, krabben, slaan, spugen.
Het orthopedagogisch dagcentrum en ouders schakelden ten einde raad CCE in. Els voerde de gesprekken. Het jongetje bleek te vroeg geboren, maandenlang in een couveuse te hebben gelegen en in de eerste week van zijn bestaan al meerdere operaties te hebben gehad. "Elke keer als de ouders en de grootouders op bezoek kwamen in het ziekenhuis, hadden ze lijfelijk contact met het jochie dat in de couveuse lag. Dan lieten ze hem tegen hun hand liggen. Eenmaal thuis bleek hij steeds agressiever te worden als hij op schoot zat.
Uiteindelijk ontdekte ik dat hij pijn en fijn bij elkaar bracht. In het ziekenhuis was het fijn om tegen de hand aan te liggen, maar de behandelingen deden pijn. Thuis en op het orthopedagogisch dagcentrum was het op schoot zitten fijn, maar moest hij iets doen omdat hij van niemand een negatieve reactie kreeg. Toen zijn we gaan onderzoeken of hij pijn en fijn met elkaar geassocieerd had. Elke keer mocht hij heel even op schoot en net voor hij zou gaan krabben, bijvoorbeeld, ging hij van schoot af. De periodes dat hij op schoot kon zitten, werden na verloop van tijd steeds langer en hij liet steeds prettiger gedrag zien. Zo leerde hij fijn en pijn te scheiden. Binnen een paar maanden nam dat negatieve gedrag extreem af. Fantastisch!"