Een licht verstandelijke beperking (LVB) wordt bij cliënten in de ggz vaak niet herkend, en daardoor worden ze overvraagd. Dat leidt tot stress, agressie en in zichzelf gekeerd raken bij henzelf, en tot frustratie en afstand nemen bij hulpverleners. Dat moet en kan anders, zeggen psychiater en onderzoeker Jeanet Nieuwenhuis en CCE-coördinator Peter van Lier.
‘A blind spot?’ is de titel van het proefschrift dat psychiater en senior onderzoeker Jeanet Nieuwenhuis in september 2022 succesvol verdedigde. Ze werkt bij VGGNet, een organisatie gespecialiseerd in het behandelen van mensen die een licht verstandelijke beperking hebben (LVB: IQ van 50-70) of zwakbegaafd zijn (ZB: IQ van 70-85), met daarnaast problemen in het adaptief en sociaal-emotioneel functioneren, en die lijden aan ernstige psychiatrische problemen.
De blinde vlek in haar onderzoek is het aandeel mensen met LVB/ZB in de S-GGZ-populatie: gemiddeld ruim 40 procent. Driekwart van hen wordt niet als zodanig herkend. Een blinde vlek van jewelste.
Vind LVB/ZB-cliënten met de SCIL
Jeanet Nieuwenhuis heeft vroeger consultaties gedaan voor CCE in de verstandelijk gehandicaptenzorg (VG), Peter van Lier werkte er voordat hij veertien jaar geleden CCE-coördinator werd. In gepassioneerdheid voor ‘hun’ cliënten doen ze niet voor elkaar onder, en tijdens het gesprek hebben ze regelmatig aan een half woord genoeg.
Toen Peter het proefschrift doorlas, werden dan ook allerlei ervaringen bevestigd, zegt hij, maar hij raakte óók gealarmeerd: ‘Vanuit de CCE-praktijk zien we vaak dat als de ggz-behandeling vastloopt, er een kwetsbaarheid onder zit. Maar dat dat zó vaak voorkomt en zo slecht wordt herkend, ook trauma, daar schrok ik wel van.’
En dat terwijl er een goed screeningsinstrument voorhanden is om cliënten met LVB/ZB op te sporen: de SCIL (SCreener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking). Jeanet: ‘Elke hulpverlener kan de SCIL na een keer of acht oefenen inzetten, er is geen opleiding voor nodig. Dat zou aan alle toegangspoorten moeten gebeuren, want we weten nu dat hulpverleners iemands cognitieve niveau maar slecht kunnen inschatten – inclusief ikzelf! Met de SCIL ben je er in twintig minuten achter of je een cliënt met LVB/ZB voor je hebt.’
Peter is het ermee eens, maar: ‘Jij wilt dat standaard doen? Ik kan me voorstellen dat hulpverleners daar een soort gêne bij voelen, want je moet dat wel met de cliënt delen. Deze mensen zijn er heel gevoelig voor om als dom te worden weggezet.’
Jeanet: ‘Je moet in heel neutrale bewoordingen uitleggen: “U komt hier voor uw behandeling, wij vinden het belangrijk dat die aansluit bij uw kennis en vaardigheden, en daarom willen wij graag de SCIL afnemen, zodat u kunt profiteren van uw behandeling”. De resultaten moet je heel vriendelijk en respectvol delen. Het hoort toch bij je vak om moeilijke dingen te bespreken?’